De invloed van de Universiteisraad

Karel Moeskops

Er is een kloof tussen de student en de beleidsmakers van het onderwijs dat hij geniet. Dit blijkt als je het reglement van het College van Bestuur zorgvuldig analyseert. Het valt dan op dat het woord student hierin slechts één enkele keer in is opgenomen. Hierdoor dringt het langzaam tot me door dat de Universiteitsraad slechts een adviserend orgaan is, dat op enkele punten zou mogen meebeslissen. Op welke punten dit is, dat is voor niemand helder. Met de verkiezingen voor de Universiteitsraad werd het gebrek aan invloed overduidelijk merkbaar. De lijsttrekkers zijn lyrisch over de kleinste overwinningen die ze hebben geboekt. Er wordt een groot feest gevierd omdat ze een magnetron in onze bibliotheek hebben kunnen plaatsen. Is dit alle invloed die de student op het beleid van de Universiteit heeft?

De verkiezingen voor de Universiteitsraad zijn weer begonnen. Je merkt dit aan alles; overal hangen posters van de kandidaten en er wordt gratis koffie uitgedeeld zodat de kandidaten de kans hebben om zieltjes te winnen. Zo kwam er ook een kandidaat van de Eindhovense Studenten Raad met mij praten. Na zijn vurige betoog over dat ik toch echt op hem moest stemmen, stelde ik hem de simpele vraag wat ze nou eigenlijk bereikt hadden? Enthousiast begon hij te vertellen over de nieuwe magnetron in het MetaForum, waar ze zo hard voor gestreden hadden. Ik was niet onder de indruk. Vanaf dat moment begon ik me af te vragen hoeveel de student op de TU in Eindhoven eigenlijk te zeggen heeft. Het antwoord bleek te luiden dat dit tot een microscopische hoeveelheid beperkt blijft.

Ik ben me gaan verdiepen in de taken van het bestuur van de TU/e en de invloed van de studenten op het beleid hiervan. Ik was vooral onder de indruk van artikel 2 lid 2f van het reglement van het college van bestuur: “Het College is onder andere belast met de vaststelling van het reglement Universiteitsraad.” Dit komt er op neer dat het College van Bestuur mag kiezen waar de Universiteitsraad inspraak op heeft. Ik ben dan ook heel blij dat ze gelijk de belangrijkste keuzes aan de Universiteitsraad voorleggen, zoals het hebben van een magnetron in de bibliotheek.

Met de innige hoop dat de Universiteitsraad toch een reële invloed heeft op de beleidsvorming ben ik gaan praten met twee heren van GROEP-ÉÉN. Hieruit kwam een iets genuanceerder beeld. De Universiteitsraad kon weliswaar grote bezwaren maken tegen het beleid van de Universiteit maar dit gebeurde meestal niet. Doordat ze zoveel contact hebben met het College van Bestuur, worden de kritieken van de Universiteitsraad al meegenomen voor er goedkeuring gegeven word. Later in het gesprek bleek, dat ze voor de Rechter uitleg moeten geven als ze er over een kwestie niet uitkomen met het CvB. Dit schrikt de Universiteitsraad natuurlijk behoorlijk af om tegen de plannen van het CvB in te gaan en beperkt de invloed van de student.

Om de student meer macht de geven en de kloof tussen de student en de beleidsmaker te verkleinen is volgens mij een creatieve oplossing nodig. We kiezen niet een Universiteitsraad, maar de leden van het College van Bestuur! Door de kandidaten van het College zelf campagne te laten voeren, kan de student kiezen voor de visie die het beste voor het onderwijs en de Universiteit is. Het lijkt mij erg inspirerend om direct in contact te komen met het College van Bestuur. Maar toch hopen we allemaal dat er geen banen verdwijnen doordat de homologatie niet meer nodig is. Stelt u zich eens voor dat Frank Baaijens langs komt met een kopje koffie en vraagt of u even tijd heeft om naar zijn visie te luisteren. De kloof tussen de student en het College zal snel vervagen. Daarnaast kun je er meteen van uitgaan dat alles wat hij wil bewerkstelligen ook een grote kans van slagen heeft. Hij zou beloftes kunnen doen die vrijwel gelijk uitgevoerd kunnen worden. Maar misschien is dit wel heel idealistisch, en kunnen we maar beter stemmen op de partij die ons volgend jaar naast een magnetron een tosti-ijzer wil beloven.

Publicatie verschenen in Simon Ster 46.2