Het Apenpak

Dirk de Kanter & Jasper Winkes

Stel je bent een aap. Volgens de evolutietheorie van Darwin zijn je ouders net uit de oersoep van de wereld gesprongen. Met frisse ogen kijk je ‘s ochtends in de spiegeling van het meertje gelegen nabij de ingang van je nieuw ingerichte grot. Jezelf bekijkend, merk je op dat je beharing door die fantastische evolutie nu toch wel erg hard begint te verdwijnen. En als of dat nog niet genoeg is, begin je het ook nog eens koud te krijgen daar het lekkere donzige apenvachtje, dat het natuurlijk erg goed deed bij de vrouwtjes, je niet langer meer warmhoudt. Eerst meen je nog dat je wel kunt volstaan met het stelen van een vachtje van een of ander primitief beest, maar al gauw merk je dat dat niet meer voldoet. Om nog bij de dames in de smaak te vallen moet je meer kunnen bieden dan de rest. Je wilt een beter en mooier vachtje hebben dan de rest en al gauw ontstaat er een kledinglijn met kopstukken als het okapivestje, de neushoornschoentjes en de krokodillen lerenbroek. Maar de evolutie staat niet stil en je ontwikkelt je als aap door tot je oud en wijs genoeg bent om jezelf niet langer meer aap te noemen maar mens.

Van aap naar mens

Het zijn inmiddels niet meer de kaalste apen die het hardste roepen om een nieuw en mooi velletje maar de rijken en de machtigsten onder de mensen die genoeg geld hebben om exclusieve dierenvellen te vergaren.

In de 17e eeuw in onze geschiedtelling beseft de nog maar kort aangetreden nieuwe koning van Engeland dat het koningshuis van Engeland in haar verleden te hard van stapel is gelopen met het dragen van pompeuze velletjes. Waar de bevolking het veelal moeilijk had om een lap van welke vorm dan ook tegen het lijf te houden, liet het koningshuis de klerenkast nog eens verlengen door de hoftimmerman. Om een lang leven beschoren te zijn en niet zoals zijn voorouders door het volk te worden onthoofd, besluit de jonge koning dat het koningsvelletje ook wat poverder kan en wat meer op maat gesneden. Het uiteindelijke resultaat levert de koning Charles IIde van Engeland tot op de dag van vandaag nog steeds de eretitel op als eerste pakdrager. Het engelse hof vaardigde tevens nieuwe kledingsvoorschriften uit waardoor ook de andere hoflieden zich aan de nieuwe mode dienden te houden en een ware pakkencultuur uit de as was verrezen.

Het oude pak

Wellicht het meest opmerkelijke in de geschiedenis van het pak is hoe langer de historie van een pakmodel des te formelere en chic de functie van het pak werd. Bijvoorbeeld het rokkostuum dat in het begin van de 18e eeuw een gewoon dagelijks kostuum was. Vandaag de dag wordt het slechts op speciale gelegenheden gedragen. Het standaard single-breasted pak, een pak met slechts één rij knopen, was vroeger een vrijetijds pak, “lounge suit”. Dit pak werd vooral naar casual gelegenheden gedragen, zoals paardenraces en cricket. Tegenwoordig is dit pak beter bekend als het zakenpak. De double-breasted-versie die wellicht een nog elegantere uitstraling heeft als zakenpak kent zijn oorsprong in de militaire kringen.

Veel van de details die je vindt in de kleding kennen een functionele achtergrond. Dit in tegenstelling tot de slechts modieuze functie die veel mensen het vaak toeschrijven. Zo zijn de neergeslagen revers terug te vinden in de tijd van de militaire uniformen waarbij de soldaten nog staande kragen hadden. De kragen straalden macht en status uit. Echter opstaand waren ze niet praktisch en werden tijdens de strijd neergeslagen. De schuine zakken die je bij colberts en pakken aantreft zijn overblijfselen van de jacht. Door het schuin plaatsen van de zakken was het eenvoudiger om tijdens het jagen de patronen uit de zak te graaien. De voorpanden van single-breasted jasjes zijn doorgaans afgerond. Zowel deze voorpanden als de splitten in jasjes zijn afgeleid van het jacquet dat vroeger bij het paardrijden werd gedragen. Het jacquet werd in de loop der tijd zodanig aangepast dat het beter over de bovenbenen en het zadel heen viel tijdens het paardrijden voor een gracieuzer uiterlijk.

Het vest was oorspronkelijk een tweede jas die onder het echte jasje werd gedragen. Verscholen onder het overjasje is het vest zijn mouwen kwijtgeraakt. Wat het oog niet ziet hoeft ook niet aanwezig te zijn. Zeker in economische slechtere tijden als WOII werd op alles bespaard dat kon. Niet alleen de mouwen moesten eraan geloven, ook de achterkant van het vest werd voortaan van een minder kwalitatief materiaal gemaakt.

De pantelon is lange tijd slechts een kniebroek gebleven. Lange broeken droeg je als rijk persoon niet, want lange broeken werden geassocieerd met werklieden. Pas op het moment dat de lange broek zijn intrede deed in sporten als tennis en cricket zette het ook door in de gewone kleding en kwam al snel de vorm van het huidige model pantalon tevoorschijn.

Het nieuwe pak

Wanneer je de nieuwe modelijnen op de Parijse of New Yorkse catwalks voorbij ziet schreiden dan krijg je wellicht af en toe het idee dat er te weinig over nagedacht is en dat er iets teveel “creativiteit” in zit. Maar gelukkig wordt er bij het ontwerpen van pakken met iets minder overschot aan creativiteit gewerkt. Het onderscheid tussen de verschillende pakken zit hem daardoor vaak meer in details dan in erg opvallende kenmerken. Er zijn vier verschillende hoofdstijlen te herkennen onder de pakken. Alle vier vernoemd naar het land waar de stijl vandaan komt. Zo heb je de Amerikaanse, de Italiaanse, de Duitse en de Engelse stijl. Eigenlijk dien je inzake het pak te praten over de snit: de wijze waarop of vorm waarin een kledingstuk gesneden is.

De Italiaanse snit is makkelijk te herkennen. De italianen zijn vaak al wat kleiner dan de Nederlanders, maar ze zien dat graag nog eens benadrukt daar ze hun pakken erg strak snijden. Strakke maatpakken met weinig bewegingsruimte. Je zou een spagettisliert er in iedergeval goed mee voor de dag kunnen laten komen. De Italiaanse snit wordt vooral mensen aangemeten die een oog hebben voor verzorgdheid. De Duitsers hebben daar duidelijk een andere visie over gehad. Hun Duitse snit moest vooral ruim zijn en lekker zitten. Met een of twee splitten in het jasje creeerden ze nog wat extra ruimte, zodat ook het laatste braadworstje er nog bij paste. De Amerikanen hadden het allemaal wat minder op de pakken. De jasjes mochten schijnbaar niet te strak zitten en het pak mocht niet te moeilijk te maken zijn. Het gevolg waren een beetje slobberige jasjes met één split achterin. Twee knopen aan de voorkant en recht gesneden zijkanten. De Britten namen wat meer tijd om stijl mee te geven aan hun pak. Het jasje kreeg drie knopen en kende een opvallend hoge en herkenbare taille. Daarnaast kent het jasje twee kenmerkende splitten aan de zijkant van het jasje.

Van hetzelfde laken een pak

Hoe men het ook wendt of keert, het dragen van kleding verschilt nog steeds niet veel van het dragen van een of andere velletje van een of ander beest. Hoewel vandaag de dag steeds meer kunsstoffen worden toegepast, wordt voor het vervaardigen van een pak vooral het schaap nog steeds van zijn vachtje beroofd.

Zo hoort 't dus

Zo hoort ‘t dus

Schapenwol heeft een aantal eigenschappen wat het geliefd maakt voor pakken: wol ademt, neemt goed kleurstoffen op, is kreukherstellend en vormt zich bij een goede kwaliteit naar het lichaam. De kwaliteit van de wol duidt men aan met een aparte waarde. De waarde “Super 150” duidt aan dat een bol wol van 1 kilo van deze kwaliteit gesponnen kan worden tot een draad van 150 kilometer. Een gewone kwaliteit wol is bijvoorbeeld Super 80 en een van de hoogste kwaliteiten is Super 200.

Niet enkel de wol, maar ook de manier van de fabricage van de draden (twist), de manier van het weven en de uiteindelijke nabehandeling die de stof krijgt bepalen in sterke mate de kwaliteit. Er zijn meerdere stoffen die voor de fabricage van pakken worden gebruikt: bekend zijn de schaaps- en lamswol, maar daarnaast heb je ook stoffen als terlenka, kasjmier en mohair. Terlenka is het meest bekend van de braspakken. Kasjmier is afkomstig van de kasjmiergeit uit Mongolië en werkt kwaliteitverhogend in combinatie met gewone wol. Mohair is afkomstig van de Angorageit en wordt vaak gebruikt als anti-kreukcomponent. Drie andere en toegepaste materialen zijn linnen, een produkt van vlasplanten en bekend van de kreukende zomerpakjes, zijde, dure stof door rupsen geproduceerd en zeer kreuk gevoelig, en als laatste Vicuña. Vicuña is afkomstig van een Zuid-Amerikaanse lama en is wellicht de duurste stof die op dit moment wordt toegepast in pakken. Een pak van Vicuña zal je al snel meer kosten dan de nieuwprijs voor een middenklasse auto.

Het mantelpak

De evolutie staat niet stil en zodra de man zijn nieuwe velletje had gevonden was het de beurt aan de vrouw. Het zou echter erg lang duren voor de vrouw ook daadwerkelijk haar eerste pak zou dragen. Het pak voor dames deed eigenlijk pas zijn intrede toen de dames na hun strijd voor gelijke rechten als de man hun positie in het bedrijfsleven opeisten. De beelden van de strenge directrice in mantelpak zullen menig tv-kijker wel eens voor ogen zijn gekomen. Toch is het beeld van de dame in het bedrijf die autoriteit uitstraalt door het dragen van een mantelpak ook in de praktijk een veelvuldig voorkomend beeld. De vrouw is echter in tegenstelling tot de man beter in staat gebeleken haar pak aan de mode en de omstandigheden aan te passen. De mantelpak is klassiek en straalt autoriteit uit. Het broekpak voor de dames geeft echter een veel vlottere indruk. Daarnaast zijn de verschillende stijlen in de dameskleding veelzijdiger en wordt er ook veel meer met kleuren gespeeld om de zakelijkheid of de vrouwelijkheid nog eens verder te benadrukken. De evolutie van de dameskleding zit in tegenstelling tot de herenkleding nog steeds in een versnelde evolutie.

Bij de pakken neer

In een koud weilandje ergens aan de Friese kust sjokt een schaap naar de drinkbak nabij zijn net opnieuw met stro ingerichtte stalletje. Zoals de evolutie het wilde, werd hij drie lentes eerder als lam de wei in geworpen met een wit en donzend vachtje dat hem in barre tijden zou beschermen tegen de kou. Deze ochtend kijk hij in de spiegeling van zijn drinkbak en ziet hoe zijn kale, bleke huidje kippevel vertoont door de koude wind waar het niet meer tegen beschermd is en hij vraagt zich af of dit nou evolutie is.

Publicatie verschenen in Simon Ster 34.3