Diefstalpreventie

Jasper Winkes

Voor een student is er een aantal zaken dat je humeur kan verpesten. Zo kun je een tentamen verknallen, problemen hebben met je familie, problemen hebben met je nieuwe liefde en het bier in je koelkast kan op zijn. Tevens kan het zijn dat je met de NS hebt gereisd, dat de stufi het eind van de maand weer eens niet haalt of dat uw fiets wederom op het minst geschikte moment gestolen c.q. vernield wordt. Juist dat laatste is een zeer frustrerende zaak die toch geregeld voorkomt na een avond gezellig stappen in de kroeg. Wellicht dus een goede aanleiding je wat tips aan de hand te doen om de kans op deze ergernis al aan het begin van je studententijd te doen verminderen. U zult minder vaak een verpest humeur hebben, minder geld uit hoeven geven aan het verkrijgen van een nieuwe fiets met als resultaat een kwalitatief beterstudentenleven, kortom doe er uw voordeel mee.

Fietsenmakers

Tijdens de eerste weken zul je als Werktuigbouwer geregeld worden geconfronteerd met de geuzennaam “Fietsenmaker”. Nou kun je je meteen met hand en tand gaan verzetten tegen dit overtuigende bewijs van een bekrompen visie van uw medestudent van andere faculteiten. Ook kun je de geuzennaam met trots dragen en zorgen dat je dan ook maar meteen beter in staat bent een fiets in elkaar te beunen dan ieder ander persoon op deze universiteit zodat datgene dat als belediging bedoeld was eigenlijk een compliment wordt. Je toont immers aan al vanaf de eerste dag op het gebied van techniek het aanzien te genieten over je superioriteit in techniek.

Gij zult niet stelen

Daarom ook het voorwiel op slot

Daarom ook het voorwiel op slot

Om het een en ander kracht bij te zetten dien je natuurlijk wel in het bezit te zijn van een fiets om je te vervoeren in Eindhoven en omstreken. Helaas is je fiets een gewild object en leeft zeker niet iedereen naar het gebod: “Gij zult niet stelen”. Het is dus zaak om je fiets op slot te zetten, zodat uw medestudent of een willekeurig ander persoon je fiets niet kan stelen. Nu begin je je natuurlijk meteen af te vragen wat een goed slot is of hoe je aan een persoonlijke stadswacht komt die wel even op je fiets wil passen, gaan we eerst in op de manier waarop fietsen op dit moment op slot worden gezet en (wonder boven wonder) worden gestolen.

Alleen je voorwiel op slot zetten

Je kan net zo goed je fiets niet op slot zetten als wanneer je alleen je voorwiel op slot zet. Het is voor de dief een koud kunstje om met een steeksleutel of bahco even je voorwiel los te draaien en op zoek te gaan naar een nieuw voorwiel, aangezien deze meestal niet op slot staan. Het is een beetje stuivertje wisselen. Het wiel van de een, wellicht het zadel van een tweede fiets en de rest van de fiets die alleen aan zijn voorwiel was vastgelegd. Menig fiets heeft op deze wijze een nieuwe eigenaar gevonden.

Cijferslotjes

 

Slecht cijferslot

Slecht cijferslot

Nog een bijzonder ondoordachte methode is het op slot zetten van je fiets met een goedkoop cijferslotje. Zelfs de laptopkabel is bestendiger tegen diefstalen zelfs die bijt je al bijna met je tanden door. Het probleem bij deze cijferslotjes is dat, omdat ze zo goedkoop gemaakt zijn, de pen altijd op één “cijferrij” aanligt. Als er aan een dergelijk slot getrokken wordt dan voelt men dit aanliggen doordat één rij iets stroever verdraait. Als men nu deze rij te verdraait voelt men de juiste combinatie doordat op dat moment het slot een stukje verspringt, nu verder naar de volgende rij, tot het slot open is.

Kabelsloten

Duidelijk veel te dun

Duidelijk veel te dun

Je hebt goede kabelsloten en slechte kabelsloten. De meeste kabelsloten zijn zo gemaakt dat ze na gebruik meteen weer opkrullen zodat je ze makkelijk mee kunt nemen. Op deze sloten staat meestal de tekst te lezen: “Aanbevolen als tweede slot”, hetgeen zoveel betekent als: “Dit is een slecht slot, maar zeg niet dat we je niet gewaarschuwd hebben”. De opkrullende kabelsloten zijn er in verschillende kwaliteit en prijsklassen. De goedkoopste kunnen éénvoudig met een (beton-)knipschaartje streng voor streng worden doorgeknipt. Een andere veelgebruikte manier is het van de fiets aftrappen van de standaard, waarna de standaard kan worden gebruikt om te dienen bij het opdraaien van het kabelslot tot het slot het begeeft. Dan zijn er ook nog de dikke kabelsloten, met kabels die niet misstaan om een vrachtschip mee aan te meren, doorgaans een voorgevormde lus met aan het ene eind de pin die in het slot aan het andere eind van de lus gaat. In deze sloten zit nogal een verschil in kwaliteit, de sloten van mindere kwaliteit kunnen meestal al met een erin geslagen schroevendraaier en een op het vlakke deel gezette bahco worden kapot gedraaid. In dit geval breken de pinnetjes van het slot doordat er via de bahco een enorm moment kan worden aangebracht op de cilinder in het slot waarna de pinnetjes bezwijken. Het is dus een goede zaak als uw slot diep in de behuizing ligt zodat deze truc niet werkt. Soms zitten er in deze behuizing ook meedraaiende ringen waar u eerst uw sleutel doorheen moet pielen, zodat uitboren voor de dief kansloos is.

De grote beugelsloten

Een groot beugelslot is op zich een goed slot, als je niet goed bij het sleutelgat kan zoals zojuist omschreven en het een beetje stevig blok heeft. Helaas is dit vaak niet het geval en daar komt nog bij dat veel mensen hun slot slechtgebruiken. Als je dit slot aan je frame aan een paal bevestigd dan kan de fiets worden opgepakt en door een snelle draai kan het slot, door de massatraagheid van de draaiende fiets en de enorme arm waarmee aan de fietsgetrokken wordt, open knappen, omdat het pinnetje wat de U-vormige beugel borgt de kracht niet aankan. Echter wanneer de beugel het frame verankert aan een van de wielen worden slechts de spaken vernield maar blijft het slot intact (en in zekere zin de fiets).

Het werk van een klein zaagje

Het werk van een klein zaagje

De standaard beugelsloten

De standaard beugelsloten, die doorgaans al vast zitten op het frame van de fiets en die men door het achterwiel heen schuift zijn, zeker vandaag de dag, van goede kwaliteit. Vroeger werden deze sloten helaas te licht gemaakt en was dit één van de bekendste sloten om open te breken. De fiets werd in dit geval bij het achterwiel opgepakt waarna men ermee ging rennen en het achterwiel tijdens het rennen op de grond liet stuiteren, waardoor de beugel er door de spaken uit werd geslagen. Deze sloten worden daarom ook wel stuitersloten genoemd. Een andere methode die vaak werd toegepast was de methode van de simpele baksteen. Een zware klap meteen baksteen op het slot was veelal genoeg om het slot te doen ontwrichten en het slot te doen openspringen.

De ketting met slot

De kwaliteit van dit slot hangt af van de dikte en de hardheid van het staal van de schakels en natuurlijk ook het slot. De schakels kunnen meestal met een betonschaar doorgeknipt worden en het slot kan op meerdere manieren geopend worden. Het is trouwens aan te raden om een ketting te nemen waarvan de dwarsdoorsnede van een schakelvierkant is, omdat een betonschaar hier geen grip op heeft.

Onderkoeling

Deze methode werkt op het principe dat wanneer je iets heftig afkoelt het bros wordt en dus ook eenvoudiger te breken. Door nu een koolstofdioxidepatroon, zoals verkrijgbaar voor slagroom spuiten, te nemen en hier met een dunne schroevendraaier de beveiliging te verwijderen en de spuitende patroon tegen het slot aan te houden, koelen de veertjes die de pinnetjes op hun plaatsmoeten houden enorm snel af. Vervolgens volstaat een lichte wrik met een schroevendraaier om het slot open te krijgen en de veertjes te breken. Een mooie methode, dat moeten we hen die deze methode toepassen meegeven. Waarschijnlijk ben je nu ten einde raad omdat u één van de eerder beschreven sloten in uw bezit hebt. Vrees niet, iedere fiets is namelijk te stelen, het is alleen de bedoeling om het de dief zo moeilijk en onaantrekkelijk mogelijk te maken en daarom hier een paar goede tips: Zet uw fiets altijd met meerdere slotenvast, één slot om uw fiets ergens aan vast te maken en een slot om je fiets zelf te vergrendelen. Maak uw fiets uniek, dit kan zijn door hem in een mooi en opvallend kleurtje te spuiten of door er een willekeurig stuk staal aan te lassen of standaard zonder zadel rond te rijden, dit moet natuurlijk wel in je aard liggen. Zet je fiets in een rek tussen andere fietsen, de dief kan er dan moeilijker bij. Als je de keuze hebt zet je fiets dan bijvoorkeur in de buurt van een slechter beveiligde fiets zodat een dief altijd eerst de andere fiets pakt. Zorg ervoor dat je fiets niet het stelen waard is. Als je fiets er te mooi uitziet dan zal het een gewild object zijn omdat hij zo mooi is, maar als hij te lelijk is dan volgen veel mensen de volgende gedachtekronkel: “Die fiets is zo lelijk die zullen ze toch nooit missen”. Probeer een optimum tussen beide opties te vinden. Zet ook uw voorwiel op slot. Probeer niet te bezuinigen op wat je uitgeeft aan een slot, een gemiddeld boek kost zo’n 50 euro. Als je hetzelfde bedrag uitgeeft aan sloten dan bespaar je jezelf heel wat problemen in de toekomst. Als je fiets niet gestolen wordt, bespaart het je een hoop OV-irritaties, kilometers lopen en je kunt natuurlijk die fantastisch mooie dame mee naar huis nemen op je bagagedrager.

Voorbeeld van een zogenaamd stuiterslot

Voorbeeld van een zogenaamd stuiterslot

Publicatie verschenen in Simon Ster 34.6